Nieuwe wet: afschaffing lange betaaltermijnen van grootbedrijven
24 maart 2017
Wetsvoorstel “het tegengaan van onredelijk lange betaaltermijnen”
Vanaf 1 juli 2017 is het niet meer mogelijk dat grootbedrijven betaaltermijnen van meer dan 60 dagen opleggen aan leveranciers. De Eerste Kamer heeft op 7 maart 2017 met dit wetsvoorstel ingestemd. Het voorstel is een verdere uitwerking van de Europese richtlijn late betalingen (richtlijn 2011/7/EU).
Betaaltermijn van maximaal 60 dagen voor grootbedrijf
Het is in Nederland gebruikelijk om binnen 30 dagen of eerder een rekening te betalen. Sinds 16 maart 2013 is bij wet (artikel 6:119a Burgerlijk Wetboek) vastgelegd dat de wettelijke betalingstermijn tussen ondernemingen (B2B) 30 dagen is. Deze wet bevat een uitzonderingsbepaling, waardoor betaaltermijnen eindeloos kunnen worden opgerekt, indien dat voor geen van de partijen nadelig is. Deze sluiproute weten leveranciers van grote bedrijven in de praktijk goed te benutten, waardoor leveranciers of dienstverleners worden geconfronteerd met betaaltermijnen van wel 90 dagen, met uitschieters van 120 dagen of meer. De nieuwe wet sluit de sluiproute af en verbetert de juridische positie van de MKB-leveranciers en ZZP’ers als zij handelsbetrekkingen aangaan met een grote onderneming. Betaling binnen 30 dagen blijft leidend, maar bedrijven mogen onderling een betalingstermijn van maximaal 60 dagen afspreken.
Jaarlijkse kosten
Juridisch gezien kan het dan wel mogelijk zijn om een kortere termijn af te spreken, maar grootbedrijven dicteren simpelweg hun eigen betaaltermijn, al dan niet via hun algemene voorwaarden. De schade die leveranciers hiervan ondervinden is groot. Conservatieve schattingen begroten de jaarlijkse kosten van achterstallige betalingen op 2,5 miljard euro. Hogere schattingen ramen de kosten op 7 miljard euro. Het draagt in de praktijk ook bij aan gevoelens van onmacht en frustratie, omdat de kleine(re) ondernemers hun rekeningen wél binnen 30 dagen moeten betalen. Uit angst om de handelsrelatie niet te verstoren en opdrachten te verliezen, ziet de kleine(re) leverancier in veel gevallen geen andere mogelijkheid dan “maar” akkoord te gaan met de opgelegde, lange betaaltermijn.
Gevolgen voor grootbedrijf van te laat betalen
Overeenkomsten waarbij grote bedrijven alsnog besluiten betaaltermijnen langer dan 60 dagen af te sluiten, worden nietig verklaard en de betaaltermijn wordt van rechtswege omgezet in een betaaltermijn van 30 dagen. Indien de afnemer tóch besluit om de rekening later dan 30 dagen te betalen, is wettelijke handelsrente verschuldigd over de termijn die de 30 dagen termijn overschrijdt. Deze handelsrente is fors (8% per jaar sinds 1 januari 2017). De schade voor het grootbedrijf wordt nog groter als de vordering wordt vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten zonder dat hoeft te worden aangetoond dat de incassokosten zijn gemaakt (artikel 6:96 lid 4 Burgerlijk Wetboek). Het is uiteraard raadzaam om hier terughoudend mee om te gaan, omdat de handelsrelatie hierdoor verstoord kan worden. In de praktijk zal dit voorstel met name preventieve werking hebben: de facturen van de kleine(re) ondernemer zullen voortaan sneller worden betaald. En dat is precies wat deze nieuwe wet beoogt.
Het wetsvoorstel zal op 1 juli 2017 in werking treden.
Dit blog is geschreven door mr. Arwin Mulderij, o.a. gespecialiseerd in het overeenkomstenrecht en incasso-, beslag- en executierecht. Hij verleent rechtsbijstand en procesbijstand aan bedrijven.
Geef een reactie